Locaties die Tableau niet herkent geocoderen en deze op een kaart tekenen

Als u locaties hebt die Tableau niet in kaart kan brengen, zoals straatadressen, kunt u aangepaste geocodering toepassen voor die locaties. Aangepaste geocodering betekent dat u breedte- en lengtegraadcoördinaten aan de locaties toewijst, zodat Tableau deze nauwkeurig kan plotten. Hiermee kunt u ook aangepaste geografische rollen maken die u kunt gebruiken bij het maken van kaartweergaven in Tableau.

Als de data bijvoorbeeld informatie over land, staat/provincie en straat bevatten, geocodeert Tableau Desktop de data op land- en staats-/provincieniveau, maar herkent de straatinformatie niet. In dit geval kunt u een aangepaste geografische rol voor de straatinformatie maken, zodat u deze in een kaartweergave in Tableau kunt weergeven.

Volg de volgende stappen om te leren hoe u aangepaste geocodering op de data kunt toepassen.

Voor u begint: Aangepaste geocodering toepassen op de data kan lastig zijn. Wij raden u aan om het onderwerp Geografische rollen toewijzen(Link wordt in een nieuw venster geopend) te raadplegen voor meer informatie over geografische rollen en de soorten data die Tableau herkent voordat u aan de slag gaat.

Stap 1: Een CSV-bestand met de locatiedata maken

De eerste stap voor de aangepaste geocodering van de data, is het maken van een CSV-bestand dat u in Tableau kunt importeren. De inhoud van dit bestand verschilt afhankelijk van of u een bestaande geografische hiërarchie uitbreidt, een nieuwe geografische rol toevoegt, of een nieuwe hiërarchie toevoegt aan Tableau.

Het volgende is echter van toepassing op alle aangepaste geocoderingsbestanden:

  • Het .csv-bestand moet de kolommen Breedtegraad en Lengtegraad bevatten.

  • De waarden voor de breedte- en lengtegraad die u toevoegt, moeten reële getallen zijn. Zorg ervoor dat u ten minste één decimaal invoert wanneer u deze waarden opgeeft.

Een bestaande rol uitbreiden

De ingebouwde geografische rollen in Tableau bevatten hiërarchieën die kunnen worden uitgebreid met locaties die relevant zijn voor de data. De bestaande hiërarchie van Land > Staat/provincie bevat bijvoorbeeld mogelijk niet alle staten of provincies in de data. U kunt dit niveau uitbreiden met ontbrekende staten of provincies.

Het importbestand voor dit type geocodering moet elk niveau bevatten van de hiërarchie boven het niveau dat u uitbreidt. Als u bijvoorbeeld de geografische rol Staat/provincie uitbreidt (er data aan toevoegt), heeft de bestaande hiërarchie Staat/provincie een kolom voor Land en Staat/provincie, alsook voor Breedtegraad en Lengtegraad.

In het importbestand definiëren de namen van de kolommen de geografische rollen. Wanneer u een bestaande rol uitbreidt, moeten de kolomnamen overeenkomen met de bestaande geografische rollen in de hiërarchie die u uitbreidt. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe locaties worden toegevoegd aan de juiste rollen en hiërarchieën.

Zie de volgende tabel voor informatie over hoe u hiërarchieën in het importbestand organiseert.

Ingebouwde hiërarchieKolommen die in het .csv-bestand moeten worden opgenomen (op volgorde, van links naar rechts)
Land (naam)

Land (naam)

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), staat/provincie

Land (naam)

Staat/provincie

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), staat/provincie, stad

Land (naam)

Staat/provincie

Stad

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), staat/provincie, bestuurlijk gebied

Land (naam)

Staat/provincie

Bestuurlijk gebied

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), postcode

Land (naam)

Postcode

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), netnummer

Land (naam)

Netnummer

Breedtegraad

Lengtegraad

Land (naam), CBSA

Land (naam)

CBSA

Breedtegraad

Lengtegraad

Naast de kolom Land (naam) kunt u optioneel de volgende kolommen opnemen: Land 2 tekens (ISO 3166-1), Land 3 tekens (ISO 3166-1) en Land (FIPS 10). Als u deze kolommen opneemt, moeten ze direct rechts van de kolom Land (naam) staan, in willekeurige volgorde.

Opmerking: Het hoogste niveau in de hiërarchie is Land en deze kan niet worden uitgebreid met hogere niveaus, zoals bijvoorbeeld Continent.

Nieuwe rollen toevoegen

Om nieuwe geografische rollen toe te voegen aan de bestaande geografische hiërarchie in Tableau, maakt u het importbestand zo op dat de nieuwe rollen samen met hun bovenliggende rollen worden opgenomen.

Wanneer u nieuwe rollen aan een bestaande hiërarchie toevoegt, moet het importbestand voor die rollen de kolommen voor elk niveau in de bestaande hiërarchie bevatten. Raadpleeg de ingebouwde hiërarchietabel in de sectie Een bestaande rol uitbreiden voor meer informatie over de kolommen die u in elke geografische hiërarchie moet opnemen

De volgende tabel is een voorbeeld van een importbestand met de locaties van kraterinslagen in Noord-Amerika. Als u het volgende bestand importeert, wordt de geografische rol Kraternaam toegevoegd aan de bestaande hiërarchie Land (naam), Staat. Merk op dat de kolomnaam voor land overeenkomt met de bestaande geografische rol Land (naam).

Datatabel met Kraternaam, Staat, Landnaam, Breedtegraad en Lengtegraad

Nadat u het importbestand hebt gemaakt, slaat u het bestand op als een door komma's gescheiden (.csv)-bestand (Windows komma gescheiden op een Mac) in een map op uw computer.

Stap 2 (optioneel): Een schema.ini-bestand maken

Wanneer u probeert aangepaste geografische informatie in Tableau te importeren met behulp van een .csv-bestand, kunt u soms de foutmelding ".csv could not be used because it does not contain a unique column" krijgen.

Dit komt omdat het .csv-bestand mogelijk numerieke data bevat, zoals numerieke postcodes. Tableau accepteert alleen tekstvelden voor nieuwe geografische rollen. U kunt echter een schema.ini-bestand maken om Tableau te laten weten dat het numerieke veld dat u wilt importeren als een tekstveld moet worden behandeld.

Zie Een schema.ini-bestand maken(Link wordt in een nieuw venster geopend) voor meer informatie over het maken van een schema.ini-bestand.

Stap 3: Aangepaste geocoderingsbestanden in Tableau Desktop importeren

Nadat u een .csv-bestand met aangepaste geocodering hebt gemaakt, kunt u dat bestand in Tableau importeren.

  1. Open Tableau Desktop en navigeer naar een nieuw of bestaand werkblad.

  2. Selecteer Kaart > Geocodering > Aangepaste geocodering importeren.

  3. In het dialoogvenster Aangepaste geocodering importeren, klikt u op de knop rechts van het tekstveld om naar de map te bladeren waarin het importbestand is opgeslagen. Alle bestanden in de map worden in Tableau geïmporteerd.

  4. Klik op Importeren.

De aangepaste geocoderingsdata worden in de werkmap geïmporteerd en de nieuwe geografische rollen worden beschikbaar.

Waar slaat Tableau mijn aangepaste geocoderingsdata op?

Wanneer u aangepaste geocodering importeert, worden de data opgeslagen in de map Lokale data in de Tableau-opslagplaats. Om aangepaste geocodering te importeren, moet de Tableau-opslagplaats op een lokale harde schijf staan. De aangepaste geocodering is dan beschikbaar voor alle werkmappen.

Sla aangepaste geocoderingsbestanden op in een aparte map op uw lokale computer. Als u meerdere sets aangepaste geocoderingsbestanden hebt, sla deze dan ieder op onder een eigen mapnaam.

U kunt de aangepaste geocodering die is opgeslagen in de Tableau-opslagplaats verwijderen door te klikken op Kaart > Geocodering > Aangepaste geocodering verwijderen. Hiermee wordt de geocodering niet uit een werkmappakket verwijderd, maar wel uit de map Lokale data in Mijn Tableau-opslagplaats.

Wat gebeurt er met mijn aangepaste geocoderingsdata wanneer ik mijn werkmap opsla?

Wanneer u de werkmap opslaat als een werkmappakket, worden de aangepaste geocoderingsdata samen met de werkmap verpakt. Wanneer u een werkmappakket opent, kunt u de aangepaste geocodering uit die werkmap importeren in uw eigen Tableau-opslagplaats.

Opmerking: Als u een nieuw aangepast geocoderingsbestand importeert, worden alle aangepaste geografische rollen vervangen die eerder in Tableau zijn geïmporteerd.

Stap 4: Geografische rollen toewijzen aan de velden

Nadat u aangepaste geocodering in de werkmap hebt geïmporteerd, worden de aangepaste geografische rollen beschikbaar. De volgende stap is het toewijzen van deze geografische rollen aan velden in de databron.

Als u bijvoorbeeld hebt besloten een nieuwe geografische rol toe te voegen waarin de breedte- en lengtecoördinaten van kraterinslagen in Noord-Amerika worden vermeld, kunt u die geografische rol toewijzen aan een veld in de databron waarin de namen van kraters worden vermeld, zodat bij het maken van een kaartweergave met dat veld de kraterinslagen op de juiste locaties in de kaartweergave worden geplot.

Als u een aangepaste geografische rol aan een veld wilt toewijzen, klikt u in het deelvenster Data op het datatypepictogram naast het veld en selecteert u Geografische rol. Selecteer vervolgens een aangepaste geografische rol in de lijst.

U bent nu klaar om een kaartweergave samen te stellen met de aangepaste geografische rollen. Zie Concepten voor het maken van kaarten in Tableau(Link wordt in een nieuw venster geopend) voor meer informatie over het samenstellen van een kaartweergave.

Zie ook

Het verschil tussen datacombinatie en aangepaste geocodering(Link wordt in een nieuw venster geopend)

Geografische data combineren(Link wordt in een nieuw venster geopend)

Bedankt voor uw feedback.De feedback is verzonden. Dank u wel.