Containers en Kaarten

Elk werkblad in Tableau bevat containers en kaarten, zoals kolommen, rijen, markeringen, filters, pagina's en legenda's.

Door velden in containers of op kaarten te plaatsen, doet u het volgende:

  • U stelt de structuur van uw visualisatie samen.

  • U verhoogt het detailniveau en regelt het aantal markeringen in de weergave door data op te nemen of uit te sluiten.

  • U voegt context toe aan de visualisatie door markeringen te coderen met kleur, grootte, vorm, tekst en details.

Experimenteer met het plaatsen van velden in containers en op kaarten om de optimale weergave voor uw data te vinden.

Opties voor het starten van een weergave

Als u niet zeker weet waar u een veld moet plaatsen, kunt u met behulp van Tableau bepalen hoe u de data het beste kunt weergeven.

  • U kunt velden uit het deelvenster Data slepen en ze neerzetten op de kaarten en in de containers die deel uitmaken van elk Tableau-werkblad.

  • U kunt dubbelklikken op een of meer velden in het deelvenster Data.

  • U kunt een of meer velden selecteren in het deelvenster Data en vervolgens een grafiektype kiezen in Laten zien, waarin de grafiektypen worden weergegeven die geschikt zijn voor de velden die u hebt geselecteerd. Zie Laten zien gebruiken om met een weergave te beginnen voor nadere informatie.

  • U kunt een veld op het raster Veld hier neerzetten plaatsen om te beginnen met het maken van een weergave vanuit een tabelweergave.

De containers Kolommen en Rijen

Sleep velden vanuit het deelvenster Data om de structuur voor uw visualisaties te maken.

Met de container Kolommen maakt u de kolommen van een tabel en met de container Rijen maakt u de rijen van een tabel. U kunt in deze containers een willekeurig aantal velden plaatsen.

Wanneer u een dimensie in de containers Rijen of Kolommen plaatst, worden er kopteksten gemaakt voor de leden van die dimensie. Wanneer u een meetwaarde in de containers Rijen of Kolommen plaatst, worden er kwantitatieve assen voor die meetwaarde gemaakt. Naarmate u meer velden aan de weergave toevoegt, worden er meer kopteksten en assen in de tabel opgenomen en krijgt u een steeds gedetailleerder beeld van uw data.

In de onderstaande weergave worden de leden van de dimensie Segment weergegeven als kolomkoppen en wordt de meetwaarde Winst weergegeven als een verticale as.

Een afbeelding van een kwantitatieve as en kolomkoppen in een weergave.

Tableau geeft data weer met behulp van markeringen, waarbij elke markering overeenkomt met een rij (of een groep rijen) in uw databron. De binnenste velden in de containers Rijen en Kolommen bepalen het standaardmarkeringstype. Als de binnenste velden bijvoorbeeld een meetwaarde en een dimensie bevatten, is het standaardmarkeringstype een staaf. U kunt handmatig een ander markeringstype selecteren via het vervolgkeuzemenu van de kaart Markeringen. Zie Het type markering in de weergave wijzigen voor meer informatie.

Als u meer velden toevoegt aan de containers Rijen en Kolommen, worden er meer rijen, kolommen en deelvensters toegevoegd aan de tabel.

Een afbeelding van een kwantitatieve as en kolomkoppen in een weergave.

Rijen en kolommen verbergen

Over het algemeen voegt u dimensies en meetwaarden toe om de rijen en kolommen van de tabel te maken en neemt u alle data op of voegt u filters toe om alleen een gedeelte van de data weer te geven. Wanneer u data filtert, worden deze echter ook uitgesloten van berekeningen en andere bewerkingen die worden uitgevoerd op de samengevatte data in de tabel. In plaats van de data te filteren, kunt u de rij of kolom verbergen. Op die manier worden de data niet in de weergave getoond, maar worden deze nog steeds in de berekeningen opgenomen.

Tip: het verbergen van kolommen is vooral handig bij het gebruik van tabelberekeningen, waarbij vergelijkingen worden gemaakt met een vorige of volgende datumwaarde. In deze gevallen zal er een rij of kolom zijn waarin geen data worden weergegeven, omdat er geen data zijn om mee te vergelijken. Verberg de lege kolom om de tabelberekening intact te houden. Zie Typen tabelberekening voor meer informatie over tabelberekeningen.

Bij het berekenen van de groei op jaarbasis zou het eerste jaar bijvoorbeeld geen voorgaand jaar hebben om mee te vergelijken, dus blijft de kolom leeg. Als u het eerste jaar filtert, wordt dit uit de weergave verwijderd, maar ook uit de berekening (het tweede jaar heeft dan geen voorgaand jaar om mee te vergelijken en blijft leeg). In plaats van te filteren, kunt u de berekening intact houden door de lege kolom te verbergen.

U verbergt als volgt een rij of kolom:

Klik met de rechtermuisknop (op een Mac met de Control-toets) op de rij of kolom die u wilt verbergen en selecteer vervolgens Verbergen.

U geeft als volgt verborgen data weer:

Open het veldmenu voor een veld dat verborgen kolommen of rijen bevat en selecteer Verborgen data tonen.

De kaart Markeringen

De kaart Markeringen speelt een sleutelrol bij visuele analyses in Tableau. Wanneer u velden naar verschillende eigenschappen op de kaart Markeringen sleept, voegt u context en details toe aan de markeringen in de weergave.

Op de kaart Markeringen stelt u het markeringstype in (zie Het type markering in de weergave wijzigen) en codeert u de data met kleur, grootte, vorm, tekst en details. Zie Het uiterlijk van markeringen in de weergave beheren, als u de markeringsinstellingen wilt wijzigen.

In dit voorbeeld zijn drie verschillende velden naar verschillende eigenschappen op de kaart Markeringen gesleept. Segment staat op Kleur, Regio staat op Vorm en Aantal staat op Formaat.

Nadat u een veld aan de kaart Markeringen hebt toegevoegd, kunt u op het pictogram naast het veld klikken om de eigenschap die het gebruikt te wijzigen. U kunt ook op de knoppen voor de eigenschappen op de kaart Markeringen klikken om deze instellingen te wijzigen.

Veel eigenschappen kunnen meerdere velden bevatten. U kunt bijvoorbeeld meerdere velden toevoegen aan Label, Detail, Knopinfo en Kleur. Formaat en Vorm kunnen slechts één veld tegelijk bevatten. Zie Het uiterlijk van markeringen in de weergave beheren voor meer informatie.

Opmerking: wanneer u een nieuw veld naar Kleur sleept, worden de bestaande velden standaard vervangen. Als u een nieuw veld aan Kleur wilt toevoegen zonder het bestaande veld te vervangen, houdt u de SHIFT-toets op uw toetsenbord ingedrukt terwijl u een nieuw veld naar Kleur op de kaart Markeringen sleept.

De container Filters

Met de container Filters kunt u opgeven welke data u wilt opnemen en uitsluiten. U wilt bijvoorbeeld de winst voor elk klantsegment analyseren, maar alleen voor bepaalde transportcontainers en levertijden. U kunt zo'n weergave maken door velden in de container Filters te plaatsen.

Opmerking: in dit gedeelte vindt u een kort overzicht over filteren. Zie Data uit uw weergaven filteren voor meer informatie over filteren.

U kunt data filteren met behulp van meetwaarden, dimensies of beide tegelijk. Bovendien kunt u data filteren op basis van de velden die deel uitmaken van de kolommen en rijen van de tabel. Dit wordt een intern filter genoemd. U kunt ook data filteren met behulp van velden die geen kopteksten of assen aan de tabel toevoegen. Dit wordt een extern filter genoemd. Alle gefilterde velden worden weergegeven in de container Filters.

Bekijk de volgende weergave die we gebruiken om de basisconcepten van filteren te verduidelijken.

Stel dat u niet geïnteresseerd bent in de data voor Thuiswerkplek. U kunt deze kolom uit de weergave verwijderen door de dimensie Segment te filteren. Als u dit wilt doen, selecteert u Filter in het veldmenu of sleept u de dimensie Segment naar de container Filters. Het dialoogvenster Filter wordt geopend. Standaard zijn alle leden geselecteerd. Schakel het selectievakje voor Thuiswerkplek uit om het uit de weergave te verwijderen. Alle geselecteerde leden zullen worden opgenomen.

Een afbeelding met het filterdialoogvenster.

Zoals u hieronder ziet, is de weergave bijgewerkt en is de kolom Thuiswerkplek verwijderd. Het filter wordt aangegeven met het veld Segment uit de containerFilters .

Een afbeelding van een filter dat is toegepast op het veld Marktsegment.

Stel dat u alleen de winst voor een categorie producten wilt weergeven. Hoewel het veld Categorie niet wordt gebruikt in de containers Rijen en Kolommen of op de kaart Markeringen, kunt u nog steeds een filter toevoegen. Sleep de dimensie Categorie naar de container Filters. Dit is een voorbeeld van een extern filter omdat Categorie geen deel uitmaakt van de weergave.

Het dialoogvenster Filter wordt automatisch geopend. Standaard is geen van de leden geselecteerd. Selecteer de leden die u in de weergave wilt tonen. Alle niet-geselecteerde leden zijn uitgesloten. In dit voorbeeld is Kantoorartikelen geselecteerd.

U ziet hieronder de gewijzigde dataweergave. Het markeringslabel geeft weer dat de totale winst voor het segment Consument is gedaald naar 56.330 $. Dit getal wordt verkregen door alle rijen in de databron op te tellen die zijn gekoppeld aan de zakelijke markt en deel uitmaken van de categorie Kantoorartikelen.

Een afbeelding van een staafdiagram dat het resultaat is van een filter op de velden Marktsegment en Transportcontainer.

De volgorde van de velden die in de container Filters zijn geplaatst, heeft geen invloed op de dataweergave, omdat de filters onafhankelijk zijn. Met andere woorden: het resultaat van filteren op het segment Klant en vervolgens op Transportcontainer is hetzelfde als filteren op Transportcontainer en vervolgens op het segment Klant. Zie Data uit uw weergaven filteren(Link wordt in een nieuw venster geopend) voor meer informatie over de filtervolgorde van bewerkingen.

De container Pagina's

Met de container Pagina's kunt u een weergave opsplitsen in een reeks pagina's, zodat u beter kunt analyseren welk effect een specifiek veld heeft op de rest van de data in een weergave. Wanneer u een dimensie in de container Pagina's plaatst, voegt u een nieuwe rij toe voor elk lid in de dimensie. Wanneer u een meetwaarde in de container Pagina's plaatst, zet Tableau de meetwaarde automatisch om in een discrete meetwaarde.

De container Pagina's maakt een aantal pagina's, met op elke pagina een andere weergave. Elke weergave is gebaseerd op een lid van het veld dat u in de container Pagina's hebt geplaatst. U kunt eenvoudig door de weergaven bladeren en ze vergelijken op een gemeenschappelijke as, met behulp van de besturingselementen die aan de weergave worden toegevoegd wanneer u een veld naar de container Pagina's verplaatst. In de onderstaande weergave ziet u bijvoorbeeld de Winst versus Verkoop op Regio voor elke dag van de maand. In de onderstaande afbeelding ziet u dag 1, 2, 3 en 4. U moet naar beneden scrollen om de andere dagen van de maand te bekijken.

Als u deze weergave gebruiksvriendelijker wilt maken, verplaatst u DAY(Order Date) naar de container Pagina's en gebruikt u het bijbehorende besturingselement om door de pagina's te bladeren (één voor elke dag). U ontdekt al snel verborgen inzichten. In dit voorbeeld is het interessant dat de 19e een zeer belangrijke dag is qua verkopen en winst in de westelijke regio.

Wanneer u een veld toevoegt aan de container Pagina's, wordt rechts van uw weergave automatisch een paginabesturingselement toegevoegd.

Gebruik dit besturingselement om door de pagina's te navigeren. Er zijn drie manieren om door de pagina's in een weergave te navigeren:

  • Naar een specifieke pagina gaan

  • Handmatig door de pagina's bladeren

  • Automatisch door de pagina's bladeren

Naar een specifieke pagina gaan

Selecteer het lid of de waarde die u wilt bekijken in de vervolgkeuzelijst om een specifieke pagina weer te geven.

Handmatig door de pagina's bladeren

U kunt handmatig door de reeks pagina's bladeren door een van de volgende handelingen uit te voeren:

  • Gebruik de knoppen Vooruit en Terug aan weerszijden van de vervolgkeuzelijst om pagina voor pagina door de reeks pagina's te navigeren.

  • Gebruik de schuifregelaar voor pagina's om snel vooruit en achteruit te scrollen in de reeks pagina's.

  • Gebruik een van de volgende sneltoetsen om vooruit en achteruit te scrollen in de reeks pagina's.

    F4Start en stopt het vooruit scrollen
    SHIFT + F4Start en stopt het achteruit scrollen
    CTRL + .Eén pagina vooruit bladeren
    CTRL + ,Eén pagina terugbladeren

    Op een Mac gebruikt u hiervoor de volgende sneltoetsen.

    F4Start en stopt het vooruit scrollen
    Shift-F4Start en stopt het achteruit scrollen
    Command-puntEén pagina vooruit bladeren
    Command-kommaEén pagina terugbladeren

Automatisch door de pagina's bladeren

Gebruik de afspeelknoppen om een diavoorstelling van de pagina's in de weergave te bekijken. U kunt vooruit of achteruit scrollen en het afspelen op elk gewenst moment stoppen. U kunt de afspeelsnelheid regelen met de snelheidsregelaars in de rechteronderhoek van het besturingselement. De kleinste balk geeft de langzaamste afspeelsnelheid aan.

De paginageschiedenis tonen

Toon de paginageschiedenis met behulp van het selectievakje Geschiedenis tonen. Bij de paginageschiedenis worden markeringen van voorgaande pagina's weergegeven op de huidige pagina.

Alleen in Tableau Desktop: open het vervolgkeuzemenu voor de geschiedenis om op te geven welke markeringen moeten worden weergegeven en wanneer deze moeten worden weergegeven.

Het vervolgkeuzemenu voor geschiedenis heeft de volgende opties:

  • Markeringen om de geschiedenis te tonen voor: selecteer of u de geschiedenis wilt tonen van geselecteerde markeringen, markeringen met een highlight, markeringen die u handmatig hebt geselecteerd om de geschiedenis ervan te tonen, of van alle markeringen. Als u de geschiedenis van markeringen handmatig wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop (op een Mac met de Control-toets) op de markering in de weergave en selecteert u een optie in het menu Paginageschiedenis.

  • Lengte: selecteer het aantal pagina's dat u in de geschiedenis wilt tonen.

  • Tonen: geef op of u de historische markeringen, een lijn die door de vorige waarden loopt (trail) of beide wilt weergeven.

  • Markeringen: stel de opmaak in voor de historische markeringen, waaronder de kleur en de mate waarin deze moet vervagen. Als de kleur is ingesteld op Automatisch, wordt voor de markeringen de standaardhighlightkleur of de kleurcodering in de container Kleur gebruikt.

  • Trails: stel de opmaak in voor de lijnen die door de historische markeringen worden getrokken. Deze optie is alleen beschikbaar als Trails is geselecteerd in de opties voor Tonen.

Paginatrails worden mogelijk niet weergegeven als een pagina meerdere markeringen per kleur heeft. Zorg ervoor dat het detailniveau van de weergave kleiner is dan of gelijk is aan het detailniveau in de container Pagina's en in het doel van Kleur. Bovendien worden trails alleen ondersteund voor discrete markeringstypen, zoals vierkanten, cirkels of vormen. Ze worden niet ondersteund als het markeringstype Automatisch is.

Pagina's op dashboards (alleen Tableau Desktop)

Wanneer een dashboard meerdere weergaven bevat die hetzelfde veld in de container Pagina's gebruiken, kunt u alle weergaven beheren met één paginabesturingselement door de optie Gesynchroniseerd te selecteren. Deze optie is alleen beschikbaar op het paginabesturingselement dat op een dashboard wordt weergegeven.

 

Aanvullende containers, legenda's, kaarten en besturingselementen

Sommige containers, legenda's, kaarten of besturingselementen worden alleen weergegeven als gevolg van bewerkingen die u uitvoert terwijl u met weergaven werkt. De kleurlegenda wordt bijvoorbeeld alleen weergegeven als Kleur een veld bevat.

Tableau biedt besturingselementen voor het verplaatsen of anderszins aanpassen van deze elementen van de weergave.

In de volgende lijst wordt elk van die containers, legenda’s, kaarten of besturingselementen beschreven.

  • Container Meetwaarden: Meetwaarden is een speciaal veld dat altijd in het deelvenster Data wordt weergegeven en dat alle meetwaarden van uw verzamelde gegevens in één veld bevat. Tableau voegt Meetwaarden automatisch toe aan de weergave wanneer meerdere meetwaarden dezelfde as delen. Wanneer Meetwaarden is opgenomen in de weergave, geeft Tableau een container Meetwaarden weer die toont welke meetwaarden zijn opgenomen. U kunt meetwaarden toevoegen aan deze kaart of hieruit verwijderen. Zie Meetwaarden en namen van meetwaarden voor meer informatie.

  • Kleurlegenda: toont hoe kleuren worden toegewezen als Kleur een veld bevat. Zie Kleuren toewijzen aan markeringen voor meer informatie.

  • Vormlegenda: toont hoe vormen worden toegewezen als Vorm een veld bevat. Zie De vorm van markeringen wijzigen voor meer informatie.

  • Groottelegenda: toont hoe een formaat wordt toegewezen als Formaat een veld bevat. Zie Het formaat van markeringen wijzigen voor meer informatie.

  • Kaartlegenda: toont de legenda voor de symbolen en patronen op een kaart. De kaartlegenda is niet voor alle kaartaanbieders beschikbaar.

  • Parameterbesturingselementen: er is voor elke parameter in de werkmap een afzonderlijk parameterbesturingselement beschikbaar. Zie Parameters maken voor meer informatie.

  • Titel: voor elke weergave wordt standaard een titel weergegeven. De standaardtitel is de bladnaam. Dubbelklik (klik op een Mac met de Control-toets) op een titel om deze te bewerken. Zie Afzonderlijke onderdelen van de weergave opmaken voor meer informatie.

  • Bijschrift: kies Bijschrift tonen in het menu Werkblad om een bijschrift voor de weergave te tonen.

  • Samenvattingskaart: kies Samenvatting tonen in het menu Werkblad om een samenvattingskaart voor de weergave te tonen. Zie Samenvattingskaart voor meer informatie.

  • Paginabesturingselement: biedt opties voor het navigeren door pagina's wanneer de container Pagina's een veld bevat. Zie De container Pagina's voor meer informatie.

Bedankt voor uw feedback.De feedback is verzonden. Dank u wel.