Help voor Tableau Server op Windows

1. Open TSM in een browser:

   https://<tsm-computer-name>:8850. Zie Aanmelden bij webgebruikersinterface van Tableau Services Manager voor meer informatie.

2. Klik op het tabblad Onderhoud.

3. Selecteer de optie Crashrapportage inschakelen onder Overige onderhoudstaken in Servercrashberichten:

   

4. Geef het geplande tijdstip op waarop de crashrapporten naar Tableau moeten worden geüpload.

5. Als u klaar bent, klikt u op Lopende wijzigingen en vervolgens op Wijzigingen toepassen en opnieuw starten.

Gebruik de onderstaande configuratiebestandsjabloon om een json-bestand te maken. Nadat u de opties met de juiste waarden hebt ingevuld, geeft u het json-bestand door en past u de instellingen toe met de volgende opdrachten:

tsm settings import -f path-to-file.json

tsm pending-changes apply

Als voor de in behandeling zijnde wijzigingen de Server opnieuw moet worden opgestart, geeft de opdracht pending-changes apply een prompt weer om u te laten weten dat de server opnieuw wordt gestart. Deze prompt verschijnt ook als de server is gestopt, maar in dat geval vindt er geen herstart plaats. U kunt de prompt onderdrukken met de optie --ignore-prompt, maar dit verandert niets aan het herstartgedrag. Als opnieuw opstarten niet nodig is voor de wijzigingen, worden de wijzigingen zonder waarschuwing van een prompt toegepast. Zie tsm pending-changes apply voor meer informatie.

Omdat het configuratiebestand de klasse configKey gebruikt, worden de waarden die u doorgeeft niet gevalideerd door TSM, zoals wanneer u de klasse configEntities gebruikt. U kunt individuele opties verifiëren en instellen met behulp van de tsm configuration-opdrachten.

Instellingen voor crashberichten

De instellingen voor crashberichten in de onderstaande sjabloon specificeren een reeks opties voor het configureren van Tableau Server om crashrapporten naar Tableau te verzenden.

Configuratiesjabloon

Gebruik deze sjabloon om de gateway-instellingen te configureren.

Zie voor meer uitleg over configuratiebestanden, entiteiten en sleutels Voorbeeld van configuratiebestand.

 {
	"configKeys": {
	 "servercrashupload.enabled": "true",
	 "servercrashupload.scheduled_time": "1:00:00 UTC",
	 "servercrashupload.proxy_server_host": "",
	 "servercrashupload.proxy_server_port": "",
	 "servercrashupload.proxy_server_username": "",
	 "servercrashupload.proxy_server_password": "",
	 "servercrashupload.preserve_upload_packages": "false",
	 "servercrashupload.delete_completed_dumps": "false"
	 }
 }

Referentie configuratiebestand

Deze tabel bevat sleutels die u kunt instellen om crashrapportage te configureren.

servercrashupload.enabled

Standaard: false.

Instellen op true om crashrapportage in te schakelen.

servercrashupload.scheduled_time

Standaard: 1:00:00 UTC

Specificeert de geplande tijd waarop crash-uploads beginnen. Voer het tijdstip in 24-uursnotatie in.

servercrashupload.proxyserver_host

Als uw organisatie een proxyserver gebruikt om te communiceren met internet, geeft u de hostnaam op.

servercrashupload.proxyserver_port

Als uw organisatie een proxyserver gebruikt om te communiceren met internet, geeft u het poortnummer op.

servercrashupload.proxy_server_username

Als uw proxyserver verificatie vereist, geeft u met deze sleutel de gebruikersnaam op.

servercrashupload.proxy_server_password

Als uw proxyserver verificatie vereist, geeft u met deze sleutel het wachtwoord op.

servercrashupload.preserve_upload_packages

Standaard: false.

Om alle pakketten op te slaan die zijn gemaakt voor crashrapportage, stelt u deze sleutel in op true.

Standaard worden pakketten opgeslagen in C:\ProgramData\Tableau\Tableau Server\data\tabsvc\clustercontroller\tabcrashreporter.

servercrashupload.delete_completed_dumps

Standaard: false.

Om alle dumps te verwijderen nadat ze zijn verzonden, stelt u deze sleutel in op true.