Uw data testen en extracten gebruiken
U hebt waarschijnlijk geen controle over de hardware, de verwerkingskracht en de schijfruimte waarop uw database draait. Of hoeveel mensen op een bepaald moment toegang hebben tot de database, hoeveel services er actief zijn en hoe robuust het netwerk is. Maar u kunt de ruwe prestaties van de data testen voordat u begint met het maken van een werkmap, zodat u de omgeving waarin u werkt beter begrijpt. En er zijn dingen die u kunt doen om de prestaties van de werkmappen die u maakt te beïnvloeden, te beginnen met hoe u verbinding wilt maken met uw data: de stuurprogramma's die u gebruikt en of uw verbindingstype live of extract is.
Zo dicht mogelijk bij de data testen
Een goede manier om de ruwe prestaties van de data te testen, is door Tableau Desktop te installeren op de computer waarop de data zich bevinden en een aantal query's uit te voeren. Hiermee worden externe factoren, zoals netwerkbandbreedte en latentie, uit de prestatieresultaten verwijderd en krijgt u inzicht in de ruwe prestaties van de query in de databron.
Bovendien kunt u de naam van de lokale host voor de data gebruiken in plaats van de DNS-naam. Zo kunt u bepalen of omgevingsfactoren, zoals trage naamomzetting of proxyservers, de prestaties vertragen.
Verbinding maken met native databasestuurprogramma's
Wanneer u verbinding maakt met data via native databasestuurprogramma's, ervaart u vaak aanzienlijk snellere prestaties dan wanneer u verbinding maakt met dezelfde data via ODBC-stuurprogramma's. Wanneer u native databasestuurprogramma's gebruikt, zorg er dan voor dat u de nieuwste versie gebruikt. Fabrikanten van databases zijn voortdurend bezig met het verbeteren van hun stuurprogramma's. Zie Stuurprogramma's en activering op de Tableau-website voor een lijst met stuurprogramma's.
Werken met extracten in plaats van live data
Afhankelijk van uw data kunt u op de pagina met de databron kiezen tussen een live of extractverbinding. Een live verbinding is een directe verbinding met uw data. Een extract van Tableau-data is een gecomprimeerde momentopname van data die lokaal zijn opgeslagen en in het geheugen zijn geladen, zoals vereist om een Tableau-visualisatie weer te geven. Extracten zijn ontworpen om alle delen van het geheugen van uw computer optimaal te gebruiken.
Er zijn verschillende redenen om een extract te gebruiken, maar de belangrijkste prestatiegerelateerde reden is als de uitvoering van uw query traag is. De extractdata-indeling is ontworpen om snel te reageren op analytische query's. In dit geval kunt u het extract beschouwen als een cache voor queryversnelling.
Zie Uw data extraheren voor meer informatie over Tableau-extracten. Een andere referentie is een blogpost in drie delen over extracten die begint met de eerste post, Inzicht in Tableau-data-extracten (in het Engels).
De hoeveelheid data verminderen
Wanneer u een extract maakt, kunt u filters gebruiken om data uit te sluiten die u niet nodig hebt. Vraag uzelf ook af of u alle records in een databron nodig hebt, of dat u het extract kunt beperken tot een representatieve steekproef. Zie Uw data extraheren voor meer informatie.
Ongebruikte velden verbergen
Verborgen velden worden niet inbegrepen wanneer u een extract maakt. Gebruik de optie Alle niet-gebruikte velden verbergen om onnodige velden te verbergen voordat u een extract maakt. Hierdoor wordt het extract kleiner, wat de prestaties verbetert. Zie Velden verbergen of weergeven voor meer informatie.
Extracten optimaliseren
Met de optie Berekeningen nu uitvoeren worden berekeningen in uw extract gematerialiseerd. Dit betekent dat bepaalde berekeningen vooraf worden berekend en dat de waarden in het extract worden opgeslagen. Afhankelijk van de complexiteit van de berekeningen die in uw extract worden gebruikt, kunnen toekomstige query's hierdoor mogelijk sneller verwerkt worden.
Om berekeningen te materialiseren, selecteert u een databron in het menu Data en selecteert u vervolgens Extract > Berekeningen nu uitvoeren. Zie Berekeningen realiseren in uw extracten voor meer informatie.
Extracten gebruiken voor op bestanden gebaseerde data
Over het algemeen is het een goede gewoonte om op bestanden gebaseerde data te importeren in Tableau. Dit kunnen tekstbestanden zijn zoals CSV, Microsoft Excel-spreadsheets en Microsoft Access-bestanden, maar ook statistische bestanden zoals SPSS, SAS en R. Hierdoor worden query's veel sneller uitgevoerd en is het bestand waarin de datawaarden kunnen worden opgeslagen veel kleiner.
Als uw data een groot tekst- of Excel-bestand zijn, verbetert u met een extract niet alleen de prestaties, maar krijgt u ook meer functionaliteit tot uw beschikking. Houd er rekening mee dat als u Tableau verbindt met een groot tekstbestand, u wordt gevraagd de data te extraheren als Tableau ontdekt dat het bestand te groot is om goed te presteren.
Het gebruik van aangepaste SQL vermijden
In de meeste gevallen zijn aangepaste SQL-query's langzamer dan query's die door Tableau zijn gemaakt. Tableau kan geen queryoptimalisaties uitvoeren op aangepaste SQL. Maar in gevallen waarin u aangepaste SQL moet gebruiken, gebruikt u een extract, zodat de query slechts één keer wordt uitgevoerd. Zie Verbinding maken met een aangepaste SQL-query voor meer informatie.