Ruimtelijke functies
Met ruimtelijke functies kunt u geavanceerde ruimtelijke analyses uitvoeren en ruimtelijke bestanden combineren met data in andere formaten, zoals tekstbestanden of spreadsheets. U kunt bijvoorbeeld een ruimtelijk bestand met gemeenteraden hebben en een tekstbestand met de breedtegraad- en lengtegraadcoördinaten van gemelde kuilen in de weg. U kunt een ruimtelijke berekening gebruiken bij het maken van uw databron om deze bestanden samen te voegen en te analyseren in welk district de meeste tijd nodig is om gaten in de weg te repareren.
U kunt ook een lijn maken die twee datapunten met elkaar verbindt voor vertrek-/bestemmingskaarten. U kunt bijvoorbeeld een spreadsheet met data over het openbaar vervoer hebben waarin staat waar forenzen hun reis begonnen en eindigden. Met een ruimtelijke berekening kunt u zien welke routes forenzen nemen.
Ruimtelijke functies beschikbaar in Tableau
AREA
Syntaxis | AREA(Spatial Polygon, 'units') |
Uitvoer | Getal |
Definitie | Retourneert het totale oppervlak van een <spatial polygon> . |
Voorbeeld | AREA([Geometry], 'feet') |
Opmerkingen | Ondersteunde eenheidsnamen (moeten tussen aanhalingstekens staan in de berekening, zoals
|
BUFFER
Syntaxis | BUFFER(Spatial Point, distance, 'units')
|
Uitvoer | Geometrie |
Definitie | Bij ruimtelijke punten wordt een polygoonvorm geretourneerd die is gecentreerd over een Bij lijntekenreeksen worden de polygonen berekend die worden gevormd door alle punten binnen de straalafstand van de lijntekenreeks op te nemen. |
Voorbeeld | BUFFER([Spatial Point Geometry], 25, 'mi') BUFFER(MAKEPOINT(47.59, -122.32), 3, 'km') BUFFER(MAKELINE(MAKEPOINT(0, 20),MAKEPOINT (30, 30)),20,'km')) |
Opmerkingen | Ondersteunde eenheidsnamen (moeten tussen aanhalingstekens staan in de berekening, zoals
|
DISTANCE
Syntaxis | DISTANCE(SpatialPoint1, SpatialPoint2, 'units') |
Uitvoer | Getal |
Definitie | Retourneert de afstandsmeting tussen twee punten in de opgegeven <unit> . |
Voorbeeld | DISTANCE([Origin Point],[Destination Point], 'km') |
Opmerkingen | Ondersteunde eenheidsnamen (moeten tussen aanhalingstekens staan in de berekening, zoals
|
Beperkingen van de database | Deze functie kan alleen worden gemaakt met een actieve verbinding, maar blijft werken als de databron wordt omgezet naar een extract. |
INTERSECTS
Syntaxis | INTERSECTS (geometry1, geometry2) |
Uitvoer | Booleaanse waarde |
Definitie | Retourneert true of false om aan te geven of twee geometrieën elkaar in de ruimte overlappen. |
Opmerkingen | Ondersteunde combinaties: punt/polygoon, lijn/polygoon en polygoon/polygoon. |
MAKELINE
Syntaxis | MAKELINE(SpatialPoint1, SpatialPoint2) |
Uitvoer | Geometrie (lijn) |
Definitie | Retourneert een lijnmarkering tussen twee punten |
Voorbeeld | MAKELINE(MAKEPOINT(47.59, -122.32), MAKEPOINT(48.5, -123.1)) |
Opmerkingen | Handig voor het maken van vertrek-bestemmingskaarten. |
MAKEPOINT
Syntaxis | MAKEPOINT(latitude, longitude, [SRID]) |
Uitvoer | Geometrie (punt) |
Definitie | Converteert data van de kolommen Als het optionele argument |
Voorbeeld | MAKEPOINT(48.5, -123.1) MAKEPOINT([AirportLatitude], [AirportLongitude]) MAKEPOINT([Xcoord],[Ycoord], 3493) |
Opmerkingen |
Met |
LENGTH
Syntaxis | LENGTH(geometry, 'units') |
Uitvoer | Getal |
Definitie | Retourneert de geodetische padlengte van de lijntekenreeks of tekenreeksen in de <geometry> met behulp van de gegeven <units> . |
Voorbeeld | LENGTH([Spatial], 'metres') |
Opmerkingen | Het resultaat is <NaN> als het geometrie-argument geen lijntekenreeksen bevat, hoewel andere elementen wel zijn toegestaan. |
OUTLINE
Syntaxis | OUTLINE(spatial polygon) |
Uitvoer | Geometrie |
Definitie | Converteert een polygoongeometrie naar lijntekenreeksen. |
Opmerkingen | Handig voor het maken van een aparte laag voor een omtrek die anders kan worden vormgegeven dan de vulling. Ondersteunt polygonen binnen multipolygonen. |
SHAPETYPE
Syntaxis | SHAPETYPE(geometry) |
Uitvoer | Tekenreeks |
Definitie | Retourneert een tekenreeks die de structuur beschrijft van de ruimtelijke <geometry> , zoals Leeg, Punt (Point), Meerdere punten (MultiPoint), Lijntekenreeksen (LineString), Meerdere lijntekenreeksen (MultiLinestring), Polygoon, Meerdere polygonen (MultiPolygon), Gemengd (Mixed) en niet-ondersteund |
Voorbeeld | SHAPETYPE(MAKEPOINT(48.5, -123.1)) = "Point" |
Een ruimtelijke berekening gebruiken
Een ruimtelijke databron maken met gebruik van MAKEPOINT
Met MAKEPOINT kunt u een databron ruimtelijk inschakelen, zodat deze met een ruimtelijke join kan worden gekoppeld aan een ruimtelijk bestand. Om MAKEPOINT te kunnen gebruiken, moeten uw data breedtegraad- en lengtegraadcoördinaten bevatten.
- Open Tableau en maak verbinding met een ruimtelijke databron.
- Klik onder Verbindingen op Toevoegen om een tweede, niet-ruimtelijke databron toe te voegen.
De twee databronnen worden toegevoegd aan het canvas.
Tip: om het dialoogvenster Een join maken te openen, dubbelklikt u (control-klik op Mac) op een databron op het canvas.
Sleep de niet-ruimtelijke databron naar het dialoogvenster Een join maken.
- Klik op het pictogram Een join maken.
- Doe het volgende in het dialoogvenster Een join maken dat wordt getoond:
- Selecteer een join-type.
- Selecteer onder Databron een ruimtelijk veld uit uw ruimtelijk bestand waarvoor u een join wilt maken. Naast ruimtelijke velden staat een pictogram met een wereldbol.
- Selecteer voor de niet-ruimtelijke databron 'Joinberekening maken' als JOIN-component.
De berekening zou er ongeveer als volgt moeten uitzien:
MAKEPOINT(Latitude,Longitude)
- Selecteer OK.
Selecteer de JOIN-componentoperator Intersects (Kruist) om een databron voor ruimtelijke analyse te maken.
- Als u klaar bent, sluit u het dialoogvenster Een join maken.
Zie Een join maken van bestanden met ruimtelijke data in Tableauvoor meer informatie over ruimtelijke joins.
Een visualisatie maken met MAKELINE
Download in Tableau Desktop de Flight Path-werkmap van Tableau Public. Deze is hier beschikbaar(Link wordt in een nieuw venster geopend).
- Navigeer naar een nieuw werkblad.
- Selecteer Analyse > Berekend veld maken.
- Doe het volgende in de berekening die wordt geopend:
- Geef het berekende veld de naam: Flight Paths (vluchtroutes)
- Voer de volgende formule in
- Klik op OK als u klaar bent.
- Dubbelklik in het deelvenster Data op Flight Paths om deze toe te voegen aan uw visualisatie. Deze zou automatisch als kaart moeten worden weergegeven.
MAKELINE(MAKEPOINT([Lat],[Lng]),MAKEPOINT([Dest Lat],[Dest Lng]))
Deze formule neemt de breedtegraad- en lengtegraadcoördinaten van uw plaats van vertrek en die van aankomst en zet ze om in geografische punten voor ruimtelijke analyse. Deze coördinaten worden gebruikt om tweepuntslijnen te bouwen tussen oorsprong en bestemming.
Het nieuwe berekende veld wordt getoond onder Dimensies in het deelvenster Data. Net als uw andere velden kunt u deze in een of meer visualisaties gebruiken.
De berekening produceert automatisch gebogen geodetische lijnen wanneer de lijnen grotere delen van de aardbol beslaan.
Een gebied visualiseren met BUFFER
Download in Tableau Desktop de Flight Path-werkmap van Tableau Public. Deze is hier beschikbaar(Link wordt in een nieuw venster geopend).
- Navigeer naar een nieuw werkblad.
- Klik met de rechtermuisknop op het deelvenster Data en selecteer Parameter maken.
- Stel in het dialoogvenster Parameter dat wordt geopend de onderstaande opties in:
- Noem de parameter Buffer Distance (bufferafstand)
- Stel het datatype in op geheel getal
- Stel Toegestane waarden in op Bereik
- Stel het minimum bereik in op 100, het maximum bereik op 1.000 en de stapgrootte op 100.
- Klik op OK als u klaar bent.
- Selecteer Analyse > Berekend veld maken.
- Doe het volgende in de berekening die wordt geopend:
- Geef het berekende veld de naam Buffer
- Voer de volgende formule in
- Klik op OK als u klaar bent.
- Dubbelklik in het deelvenster Data op Buffer om deze toe te voegen aan uw visualisatie. Die zou automatisch als kaart moeten worden weergegeven.
- Sleep Bestemming naar het paneel Kleur op de kaart Markeringen om de visualisatie te voltooien.
Met deze parameter kunnen we de straal van onze buffer aanpassen, van 100 tot 1.000 mijl. Klik met de rechtermuisknop op de parameter en selecteer Parameter tonen.
BUFFER(MAKEPOINT([Dest Lat],[Dest Lng]),[Buffer Distance],"miles")
De BUFFER-berekening neemt puntruimtelijke data en zet deze om in vormen met een straal in mijlen, bepaald door de parameter Bufferafstand.
Opmerking: omdat BUFFER alleen kan worden gebruikt met puntruimtelijke data, converteren we de breedtegraad- en lengtegraaddata naar een punt met Makepoint, zoals gedemonstreerd in het vorige voorbeeld.
Het nieuwe berekende veld wordt getoond in het deelvenster Data. Net als uw andere velden kunt u deze in een of meer visualisaties gebruiken.
Opmerking: als uw weergave er niet uitziet zoals op de afbeelding hierboven, controleer dan of het type Markering is ingesteld op Kaart en niet op Cirkel. Zie Het type markering in de weergave wijzigen voor meer informatie.