Voorbeeld: een cluster met drie knooppunten voor een hoge beschikbaarheid installeren en configureren

Met een installatie van Tableau Server voor een hoge beschikbaarheid en met drie knooppunten kunt u de efficiëntie en beschikbaarheid van Tableau Server maximaliseren. Wanneer u een implementatie van Tableau Server met meerdere knooppunten configureert, zijn de stappen die u uitvoert erop gericht om redundantie in te bouwen, waardoor uw potentiële downtime wordt verminderd. U verbetert niet alleen de efficiëntie door serverprocessen te verplaatsen naar of toe te voegen aan extra knooppunten, maar kunt ook een zeer beschikbare installatie van Tableau Server maken door aan de volgende vereisten te voldoen:

  • Voeg extra knooppunten toe voor een totaal van ten minste drie knooppunten
  • Implementeer een coördinatieservice-ensemble op ten minste drie knooppunten
  • Voeg een instantie van de clientbestandsservice toe op ten minste één extra knooppunt (we raden u aan een instantie toe te voegen op elk knooppunt waarop de coördinatieservice wordt uitgevoerd)
  • Voeg een tweede instantie van het bestandsarchief toe op een van de extra knooppunten (de data-engine wordt automatisch geïnstalleerd, als deze nog niet op het knooppunt aanwezig is)
  • Voeg een tweede instantie van de opslagplaats (pgsql) toe op een van de extra knooppunten

Een installatie van Tableau Server met deze toevoegingen beschikt over ingebouwde redundantie en kan ondersteuning bieden voor een failover in het geval er een probleem optreedt met de opslagplaats. Dit voorbeeld laat onder andere zien hoe u dit kunt doen.

Eén serversysteem

Na het installeren van Tableau Server op een eerste knooppunt beschikt u over een systeem waarop alles wordt uitgevoerd dat nodig is om het goed te laten functioneren. Het beschikt over ten minste één instantie van alle serverprocessen en is de meest elementaire configuratie van Tableau Server. Er is geen redundantie. De servertopologie ziet er als volgt uit (sommige TSM-processen worden niet weergegeven):

Een systeem met drie knooppunten

Als u redundantie wilt inbouwen, moet u extra knooppunten toevoegen om instanties van de processen voor de opslagplaats, de data-engine en het bestandsarchief te hosten. U kunt instanties van andere processen toevoegen, en zo ook meerdere instanties van een proces op een knooppunt. Daarnaast kunt u de kwetsbaarheid van het systeem verminderen door meerdere gateways en extra instanties van sommige serverprocessen uit te voeren. U hebt voor deze configuratie minimaal drie computers nodig.

In het onderstaande diagram is het proces voor het bestandsarchief toegevoegd aan beide extra knooppunten. Een tweede, passieve instantie van de opslagplaats is ook toegevoegd aan een van de andere nieuwe knooppunten. Ten slotte zijn de serverprocessen (in het blauw weergegeven) toegevoegd aan de extra knooppunten om redundantie te bieden.

Configuratiestappen

In deze procedure wordt beschreven hoe u een Tableau Server-cluster voor hoge beschikbaarheid met drie knooppunten configureert met twee instanties van de opslagplaats en twee instanties van het bestandsarchief/de data-engine op de extra knooppunten, zoals hierboven wordt afgebeeld.

Voordat u begint

Voordat u Tableau Server op extra knooppunten installeert, moet u ervoor zorgen dat elk extra knooppunt voldoet aan de vereisten voor een gedistribueerde installatie. Zie Gedistribueerde vereisten voor meer informatie.

Opmerking: deze bewerking omvat stappen die u mogelijk moet uitvoeren via de TSM-opdrachtregel. Om de TSM-CLI te kunnen gebruiken, hebt u beheerdersrechten nodig voor de opdrachtregel op een van de knooppunten in uw installatie en TSM-beheerdersreferenties om TSM-opdrachten uit te voeren.

Stap 1: installeer het eerste knooppunt

Zie Tableau Server installeren en configureren.

Stap 2: genereer een bootstrap-bestand voor de extra knooppunten

  1. Open TSM in een browser:

    https://<tsm-computer-name>:8850

    Zie Aanmelden bij webgebruikersinterface van Tableau Services Manager (in het Engels) voor meer informatie.

  2. Klik op het tabblad Configuratie en klik in het vak 'Een knooppunt toevoegen' op Bootstrap-bestand downloaden.

    Het bootstrap-bestand wordt gemaakt en naar uw lokale computer gekopieerd.

    Ingesloten referenties worden standaard in het bootstrap-bestand opgenomen. Als u niet wilt dat de referenties in het bootstrap-bestand worden ingesloten, schakelt u het selectievakje Tijdelijke referenties in bestand opnemen uit. Als u de mogelijkheid om ingesloten referenties op te nemen in bootstrap-bestanden voor knooppunten volledig wilt uitschakelen, kunt u een configuratieoptie voor de server instellen. Zie features.PasswordlessBootstrapInit voor meer informatie.

Stap 3: installeer en initialiseer knooppunt 2

  1. Kopieer het originele installatieprogramma dat u op de eerste computer hebt gebruikt, samen met het bootstrap-bestand dat u hebt gegenereerd, en plaats deze op een locatie die toegankelijk is vanaf de nieuwe computer waaraan u Tableau Server toevoegt. Dit kan een gekoppelde netwerkshare zijn of rechtstreeks op de nieuwe computer.

  2. Als u een lokale firewall gebruikt, moet u firewallregels configureren voor alle knooppunten in het cluster. Zie Lokale firewall configureren (in het Engels) voor meer informatie.

  3. Start het Tableau Server-installatieprogramma op het nieuwe knooppunt. Dit moet hetzelfde installatieprogramma zijn als dat u op het eerste knooppunt hebt uitgevoerd om Tableau Server te installeren. Accepteer de voorwaarden van de licentieovereenkomst en klik op Volgende.

  4. De Installatielocatie moet op elk knooppunt in het cluster hetzelfde zijn.

    Voer de installatielocatie in of klik op Bladeren om naar de installatielocatie te navigeren. Klik op Volgende om door te gaan.

  5. Tijdens de installatie wordt u gevraagd een installatietype te selecteren.

    Selecteer Voeg een extra knooppunt toe aan de bestaande Tableau Server-cluster en klik op Volgende om door te gaan.

  6. De optie ATR gebruiken voor productactivering die voor knooppunt 1 is ingesteld, wordt automatisch geselecteerd:

    Klik op Installeren om door te gaan.

    Als u een prompt krijgt van Windows Defender Firewall, klik dan op Toegang verlenen. Het kan zijn dat u dit meerdere keren moet doen om de installatie te voltooien.

  7. Na het kopiëren van de Tableau Server-bestanden wordt u in het installatieprogramma gevraagd om het bootstrap-bestand en de naam en het wachtwoord van de TSM-beheerder op te geven:

    Voer de locatie van het bootstrap-bestand in of klik op Bladeren om naar de locatie te navigeren. Als het bootstrap-bestand geen ingesloten referenties bevat of als deze referenties zijn verlopen, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord van de TSM-beheerder in. U moet de referenties invoeren van de gebruiker die u tijdens het installatieproces op het eerste knooppunt hebt gebruikt.

    Klik op Volgende om door te gaan.

  8. Er wordt een browservenster geopend en u wordt gevraagd u aan te melden bij TSM. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de TSM-beheerder in.

    Als er niet automatisch een browservenster wordt geopend, open dan een venster en navigeer naar TSM:

    https://<tsm-computer-name>:8850

  9. Klik in TSM op Configuratie.

    Er verschijnt een bericht met de mededeling dat het knooppunt is toegevoegd:

  10. Klik op Doorgaan.

Stap 4: installeer en initialiseer knooppunt 3

Herhaal bovenstaande stap 3.

Stap 5: configureer het nieuwe knooppunt met een minimale topologie

U rondt het toevoegen van nieuwe knooppunten aan uw cluster af door deze met een minimale topologie te configureren. Bij een minimale topologie is de enige lopende wijziging de toevoeging van de clustercontroller die op elk knooppunt vereist is. Als u andere processen op de knooppunten wilt uitvoeren, kunt u de meeste ervan tegelijkertijd toevoegen. In dit voorbeeld worden de knooppunten alleen met de clustercontroller geconfigureerd.

  1. Open TSM in een browser:

    https://<tsm-computer-name>:8850

    Zie Aanmelden bij webgebruikersinterface van Tableau Services Manager voor meer informatie.

  2. Klik op het tabblad Configuratie. Er zou een bericht moeten worden weergegeven met de melding dat er nieuwe knooppunten zijn toegevoegd.

    Klik op Doorgaan om het bericht te negeren.

  3. Klik op Lopende wijzigingen boven aan de pagina:

    Als u een cluster met drie of meer knooppunten configureert, wordt er een waarschuwing voor het coördinatieservice-ensemble weergegeven. U kunt doorgaan. U gaat een coördinatieservice-ensemble in een aparte stap implementeren.

  4. Klik op Wijzigingen toepassen en opnieuw starten en Bevestigen om het opnieuw starten van Tableau Server te bevestigen.

    Wanneer Tableau Server opnieuw wordt gestart, worden de knooppunten opgenomen met de minimaal benodigde topologie.

Stap 6: implementeer een coördinatieservice-ensemble

Als u in totaal drie of meer knooppunten installeert, moet u ook een coördinatieservice-ensemble implementeren. Als u dit niet doet, ontvangt u een waarschuwingsbericht telkens wanneer u wijzigingen aanbrengt in de serverconfiguratie of -topologie. U kunt dit bericht negeren, maar het is verstandig om een coördinatieservice-ensemble met meerdere knooppunten te implementeren.

Wanneer u Tableau Server installeert, wordt één instantie van de coördinatieservice op het eerste knooppunt geïnstalleerd. TSM en Tableau Server zijn afhankelijk van de coördinatieservice om goed te kunnen functioneren. Om redundantie te bieden en beschikbaarheid op installaties met meerdere knooppunten te garanderen, dient u dus extra instanties van de coördinatieservice te configureren door een coördinatieservice-ensemble te implementeren. Coördinatieservice-ensembles worden geïnstalleerd met één, drie of vijf instanties van de coördinatieservice. In een Tableau Server-installatie met drie knooppunten is het aanbevolen aantal coördinatieservice-instanties drie: één op elk knooppunt.

Probeer geen coördinatieservice-ensemble te implementeren als er nog andere wijzigingen in behandeling zijn. Verwijder alle openstaande wijzigingen of pas ze toe voordat u een nieuw coördinatieservice-ensemble implementeert.

Opmerking: deze bewerking omvat stappen die u mogelijk moet uitvoeren via de TSM-opdrachtregel. Om de TSM-CLI te kunnen gebruiken, hebt u beheerdersrechten nodig voor de opdrachtregel op een van de knooppunten in uw installatie en TSM-beheerdersreferenties om TSM-opdrachten uit te voeren.

In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u een nieuw coördinatieservice-ensemble implementeert op een bestaand Tableau Server-cluster met drie knooppunten en hoe u het oude ensemble opschoont.

  1. Open op het eerste knooppunt een opdrachtprompt als beheerder.

  2. Tableau Server stoppen:

    tsm stop

    Meld u aan als TSM-beheerder als u hiertoe wordt verzocht.

    Sommige TSM-processen blijven actief, waaronder de beheercontroller en beheeragent.

  3. Bevestig dat er geen openstaande wijzigingen zijn:

    tsm pending-changes list

    Als er nog wijzigingen in behandeling zijn, moet u deze verwijderen of toepassen. Het toepassen van openstaande wijzigingen kan enige tijd duren:

    • De wijzigingen verwijderen:

      tsm pending-changes discard
    • of

    • Pas de wijzigingen toe:

      tsm pending-changes apply

    Wacht tot de opdracht is voltooid en u terugkeert naar de systeemprompt.

  4. Haal de knooppunt-ID's op voor elk knooppunt in het cluster:

    tsm topology list-nodes -v

  5. Gebruik de opdracht tsm topology deploy-coordination-service om een nieuw coördinatieservice-ensemble toe te voegen door de coördinatieservice toe te voegen aan specifieke knooppunten. U moet de knooppunten opgeven waaraan de coördinatieservice moet worden toegevoegd. Gebruik daarbij de werkelijke knooppunt-ID om elk knooppunt te identificeren. De opdracht maakt van het nieuwe ensemble ook het 'productie'-ensemble (het ensemble dat in gebruik is) en verwijdert het oude ensemble, tenzij de implementatie mislukt. Als dit gebeurt, zie dan stap 6 hieronder.

    Opmerking: er wordt een 'y/n'-prompt weergegeven, waarin wordt bevestigd dat de server opnieuw zal worden opgestart. Als u de opdracht zonder invoer wilt uitvoeren, voegt u de optie --ignore-prompt toe.

    Implementeer de coördinatieservice bijvoorbeeld op alle drie knooppunten van een cluster met drie knooppunten, waarbij de knooppunten node1, node2 en node3 zijn:

    tsm topology deploy-coordination-service -n node1,node2,node3

    Wacht tot de opdracht is voltooid en u terugkeert naar de systeemprompt.

  6. (Optioneel) Als de implementatie mislukt, moet u de opdracht tsm topology cleanup-coordination-service uitvoeren om het niet-geïmplementeerde ensemble te verwijderen. Zie tsm topology cleanup-coordination-service (in het Engels) voor meer informatie over het uitvoeren van de opdracht.

  7. Start Tableau Server:

    tsm start

Zie Een coördinatieservice-ensemble implementeren voor meer informatie over het implementeren van een nieuw coördinatieservice-ensemble.

Stap 7: configureer de clientbestandsservice op extra knooppunten

Voeg de clientbestandsservice toe op extra knooppunten. We raden u aan om de clientbestandsservice toe te voegen op elk knooppunt waarop de coördinatieservice wordt uitgevoerd.

Opmerking: deze bewerking omvat stappen die u mogelijk moet uitvoeren via de TSM-opdrachtregel. Om de TSM-CLI te kunnen gebruiken, hebt u beheerdersrechten nodig voor de opdrachtregel op een van de knooppunten in uw installatie en TSM-beheerdersreferenties om TSM-opdrachten uit te voeren.

  1. Open op het eerste knooppunt een opdrachtprompt als beheerder.

  2. Zoek de knooppunt-ID voor het knooppunt waaraan u de clientbestandsservice wilt toevoegen:

    tsm topology list-nodes -v

  3. Voeg de clientbestandsservice aan het knooppunt toe door het knooppunt, het proces en één instantie op te geven.

    Met deze opdracht voegt u bijvoorbeeld twee instanties van de clientbestandsservice aan node2 (knooppunt2) toe:

    tsm topology set-process -n node2 -pr clientfileservice -c 1

    Als u probeert een instantie van de clientbestandsservice toe te voegen aan een knooppunt dat al is geconfigureerd met de clientbestandsservice, wordt u via een foutmelding geïnformeerd dat er al een instantie op het knooppunt aanwezig is.

    Om de clientbestandsservice aan meer knooppunten toe te voegen, herhaalt u deze stap voor elk knooppunt.

  4. Pas de wijzigingen toe:

    tsm pending-changes apply

Stap 8: configureer processen voor knooppunt 2

  1. Open TSM in een browser:

    https://<tsm-computer-name>:8850

    Zie Aanmelden bij webgebruikersinterface van Tableau Services Manager voor meer informatie.

  2. Klik op het tabblad Configuratie.

  3. Geef de processen en het aantal instanties op die op het eerste extra knooppunt moeten worden uitgevoerd.

    In dit voorbeeld:

    1. Selecteer Poort.

    2. Stel het aantal voor Toepassingsserver (vizportal) in op 2.

    3. Stel het aantal voor VizQL Server in op 2.

    4. Stel het aantal voor Cacheserver in op 2.

    5. Stel het aantal voor Backgrounder in op 2.

      Als u Backgrounder aan een knooppunt toevoegt, wordt er ook een instantie van Data Engine toegevoegd als die nog niet op het knooppunt aanwezig is.

    6. Stel het aantal voor Dataserver in op 2.

    7. Selecteer Bestandsarchief.

    8. Selecteer Opslagplaats (pgsql).

    9. Selecteer Service voor metrische gegevens. (De verouderde functie Statistieken is in februari 2024 buiten gebruik gesteld voor Tableau Cloud en in Tableau Server versie 2024.2. Zie Statistieken maken en problemen met statistieken oplossen (buiten gebruik gesteld) voor meer informatie.)

    10. Selecteer Berichtenservice.

    11. Selecteer Eigenschappen databron.

    12. Selecteer Service voor inhoudsverkenning.

    13. Selecteer Service voor verzamelingen.

    14. Selecteer Zoek- en indexserver.

    De specifieke processen en het aantal processen die u instelt, zijn afhankelijk van de omgeving en behoeften van uw organisatie. Sommige processen worden automatisch toegevoegd wanneer u een ander proces toevoegt. Zie Knooppunten configureren en Tableau Server-processen voor meer informatie.

    Opmerking: in de TSM-web-UI bent u beperkt tot maximaal 8 instanties van processen waar u het aantal instanties kunt selecteren. Als u meer instanties wilt configureren, gebruikt u de opdrachtregel en de opdracht TSM topology set-process . Zie tsm topology set-process voor meer informatie.

Stap 9: configureer processen voor knooppunt 3

  1. Geef in TSM, op het tabblad Configuratie de processen en het aantal instanties op die op het tweede extra knooppunt moeten worden uitgevoerd.

    In dit voorbeeld:

    1. Selecteer Poort.

    2. Stel het aantal voor Toepassingsserver (vizportal) in op 2.

    3. Stel het aantal voor VizQL Server in op 2.

    4. Stel het aantal voor Cacheserver in op 2.

    5. Stel het aantal voor Backgrounder in op 2.

      Als u Backgrounder aan een knooppunt toevoegt, wordt er ook een instantie van Data Engine toegevoegd als die nog niet op het knooppunt aanwezig is.

    6. Stel het aantal voor Dataserver in op 2.

    7. Selecteer Bestandsarchief.

    8. Selecteer Service voor metrische gegevens. (De verouderde functie Statistieken is in februari 2024 buiten gebruik gesteld voor Tableau Cloud en in Tableau Server versie 2024.2. Zie Statistieken maken en problemen met statistieken oplossen (buiten gebruik gesteld) voor meer informatie.)

    9. Selecteer Eigenschappen databron.

    10. Selecteer Service voor inhoudsverkenning.

    11. Selecteer Service voor verzamelingen.

    12. Selecteer Zoek- en indexserver.

  2. Klik op Lopende wijzigingen boven aan de pagina:

    De lijst met lopende wijzigingen wordt weergegeven.

  3. Klik op Wijzigingen toepassen en opnieuw starten en Bevestigen om het opnieuw starten van Tableau Server te bevestigen.

Opmerking: Deze methode van installeren via de opdrachtregel vereist dat u op elk extra knooppunt Windows-omgevingsvariabelen instelt voor de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder op het eerste knooppunt. Zie Automatische installatie van Tableau Server voor een alternatieve methode om de installatie van Tableau Server te automatiseren zonder niet-versleutelde referenties op te nemen.

Stap 1: installeer het eerste knooppunt

Zie Tableau Server installeren en configureren.

Stap 2: genereer een bootstrap-bestand voor de extra knooppunten

Om Tableau Server op extra computers te installeren, gebruikt u hetzelfde installatieprogramma als voor het eerste knooppunt, samen met een 'bootstrap'-bestand dat u op het eerste knooppunt genereert.

Belangrijk: het bootstrap-bestand bevat een kopie van het primaire sleutelopslagbestand dat wordt gebruikt voor het coderen van configuratiegeheimen. Het bestand kan ook ingesloten referenties bevatten die geldig zijn voor een vooraf bepaalde tijdsduur (zie tabadmincontroller.auth.expiration.minutes) en die als sessiecookies dienen. Wij raden u ten zeerste aan aanvullende maatregelen te nemen om het bootstrap-bestand te beveiligen.

  1. Nadat u Tableau Server op het eerste knooppunt hebt geïnstalleerd, genereert u het bootstrap-bestand voor het knooppunt.

  2. Open op het eerste knooppunt een opdrachtprompt als beheerder.

  3. Typ deze opdracht om het bootstrap-bestand te genereren:

    tsm topology nodes get-bootstrap-file --file <path\file>.json

    Ingesloten referenties worden standaard in het bootstrap-bestand opgenomen. Als u niet wilt dat het bootstrap-bestand referenties bevat, gebruikt u de optie -nec of --no-embedded-credentials:

    tsm topology nodes get-bootstrap-file --file <path\file>.json --no-embedded-credentials.

    Als u de mogelijkheid om ingesloten referenties op te nemen in bootstrap-bestanden voor knooppunten volledig wilt uitschakelen, kunt u een configuratieoptie voor de server instellen. Zie features.PasswordlessBootstrapInit voor meer informatie.

Stap 3: installeer en initialiseer knooppunt 2

  1. Kopieer het originele installatieprogramma dat u op de eerste computer hebt gebruikt, samen met het bootstrap-bestand dat u hebt gegenereerd, en plaats deze op een locatie die toegankelijk is vanaf de nieuwe computer waaraan u Tableau Server toevoegt. Dit kan een gekoppelde netwerkshare zijn of rechtstreeks op de nieuwe computer.

  2. Als u een lokale firewall gebruikt, moet u firewallregels configureren voor alle knooppunten in het cluster. Zie Lokale firewall configureren (in het Engels) voor meer informatie.

  3. Start het Tableau Server-installatieprogramma op het nieuwe knooppunt. Dit moet hetzelfde installatieprogramma zijn als dat u op het eerste knooppunt hebt uitgevoerd om Tableau Server te installeren.

    TableauServer-64bit-<version>.exe /silent /accepteula /embeddedcredential /bootstrapfile="path\bootstrapfile"

    Zie Switches en eigenschappen installeren voor Tableau Server voor meer informatie over schakelopties die u met het installatieprogramma kunt gebruiken.

Stap 4: installeer en initialiseer knooppunt 3

Installeer Tableau Server op knooppunt 3:

  1. Kopieer het originele installatieprogramma dat u op de eerste computer hebt gebruikt, samen met het bootstrap-bestand dat u hebt gegenereerd, en plaats deze op een locatie die toegankelijk is vanaf de nieuwe computer waaraan u Tableau Server toevoegt. Dit kan een gekoppelde netwerkshare zijn of rechtstreeks op de nieuwe computer.

  2. Als u een lokale firewall gebruikt, moet u firewallregels configureren voor alle knooppunten in het cluster. Zie Lokale firewall configureren (in het Engels) voor meer informatie.

  3. Start het Tableau Server-installatieprogramma op het nieuwe knooppunt. Dit moet hetzelfde installatieprogramma zijn als dat u op het eerste knooppunt hebt uitgevoerd om Tableau Server te installeren.

    TableauServer-64bit-<version>.exe /silent /accepteula /embeddedcredential /bootstrapfile="path\bootstrapfile"

    Zie Switches en eigenschappen installeren voor Tableau Server voor meer informatie over schakelopties die u met het installatieprogramma kunt gebruiken.

Stap 5: voeg een proces toe aan de extra knooppunten

  1. Configureer op het eerste knooppunt een instantie van de clustercontroller voor elk extra knooppunt:

    tsm topology set-process -n <nodeID_second-node> -pr clustercontroller -c 1

    tsm topology set-process -n <nodeID_third-node> -pr clustercontroller -c 1

  2. Pas de wijzigingen in de knooppuntconfiguratie toe:

    tsm pending-changes apply --ignore-warnings

    Er wordt een waarschuwing weergegeven over het implementeren van een coördinatieservice-ensemble, omdat u een cluster met drie knooppunten hebt geïmplementeerd. Pas ondanks de waarschuwing de configuratiewijzigingen toe met behulp van de optie --ignore-warnings. In de volgende stap implementeert u een nieuw coördinatieservice-ensemble.

Stap 6: implementeer een coördinatieservice-ensemble

Als u in totaal drie of meer knooppunten installeert, moet u ook een coördinatieservice-ensemble implementeren. Als u dit niet doet, ontvangt u een waarschuwingsbericht telkens wanneer u wijzigingen aanbrengt in de serverconfiguratie of -topologie. U kunt dit bericht negeren, maar het is verstandig om een coördinatieservice-ensemble met meerdere knooppunten te implementeren.

Wanneer u Tableau Server installeert, wordt één instantie van de coördinatieservice op het eerste knooppunt geïnstalleerd. TSM en Tableau Server zijn afhankelijk van de coördinatieservice om goed te kunnen functioneren. Om redundantie te bieden en beschikbaarheid op installaties met meerdere knooppunten te garanderen, dient u dus extra instanties van de coördinatieservice te configureren door een coördinatieservice-ensemble te implementeren. Coördinatieservice-ensembles worden geïnstalleerd met één, drie of vijf instanties van de coördinatieservice. In een Tableau Server-installatie met drie knooppunten is het aanbevolen aantal coördinatieservice-instanties drie: één op elk knooppunt.

Probeer geen coördinatieservice-ensemble te implementeren als er nog andere wijzigingen in behandeling zijn. Verwijder alle openstaande wijzigingen of pas ze toe voordat u een nieuw coördinatieservice-ensemble implementeert.

Opmerking: deze bewerking omvat stappen die u mogelijk moet uitvoeren via de TSM-opdrachtregel. Om de TSM-CLI te kunnen gebruiken, hebt u beheerdersrechten nodig voor de opdrachtregel op een van de knooppunten in uw installatie en TSM-beheerdersreferenties om TSM-opdrachten uit te voeren.

In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u een nieuw coördinatieservice-ensemble implementeert op een bestaand Tableau Server-cluster met drie knooppunten en hoe u het oude ensemble opschoont.

  1. Open op het eerste knooppunt een opdrachtprompt als beheerder.

  2. Tableau Server stoppen:

    tsm stop

    Meld u aan als TSM-beheerder als u hiertoe wordt verzocht.

    Sommige TSM-processen blijven actief, waaronder de beheercontroller en beheeragent.

  3. Bevestig dat er geen openstaande wijzigingen zijn:

    tsm pending-changes list

    Als er nog wijzigingen in behandeling zijn, moet u deze verwijderen of toepassen. Het toepassen van openstaande wijzigingen kan enige tijd duren:

    • De wijzigingen verwijderen:

      tsm pending-changes discard
    • of

    • Pas de wijzigingen toe:

      tsm pending-changes apply

    Wacht tot de opdracht is voltooid en u terugkeert naar de systeemprompt.

  4. Haal de knooppunt-ID's op voor elk knooppunt in het cluster:

    tsm topology list-nodes -v

  5. Gebruik de opdracht tsm topology deploy-coordination-service om een nieuw coördinatieservice-ensemble toe te voegen door de coördinatieservice toe te voegen aan specifieke knooppunten. U moet de knooppunten opgeven waaraan de coördinatieservice moet worden toegevoegd. Gebruik daarbij de werkelijke knooppunt-ID om elk knooppunt te identificeren. De opdracht maakt van het nieuwe ensemble ook het 'productie'-ensemble (het ensemble dat in gebruik is) en verwijdert het oude ensemble, tenzij de implementatie mislukt. Als dit gebeurt, zie dan stap 6 hieronder.

    Opmerking: er wordt een 'y/n'-prompt weergegeven, waarin wordt bevestigd dat de server opnieuw zal worden opgestart. Als u de opdracht zonder invoer wilt uitvoeren, voegt u de optie --ignore-prompt toe.

    Implementeer de coördinatieservice bijvoorbeeld op alle drie knooppunten van een cluster met drie knooppunten, waarbij de knooppunten node1, node2 en node3 zijn:

    tsm topology deploy-coordination-service -n node1,node2,node3

    Wacht tot de opdracht is voltooid en u terugkeert naar de systeemprompt.

  6. (Optioneel) Als de implementatie mislukt, moet u de opdracht tsm topology cleanup-coordination-service uitvoeren om het niet-geïmplementeerde ensemble te verwijderen. Zie tsm topology cleanup-coordination-service (in het Engels) voor meer informatie over het uitvoeren van de opdracht.

  7. Start Tableau Server:

    tsm start

Zie Een coördinatieservice-ensemble implementeren voor meer informatie over het implementeren van een nieuw coördinatieservice-ensemble.

Stap 7: configureer de clientbestandsservice op extra knooppunten

Voeg de clientbestandsservice toe op extra knooppunten. We raden u aan om de clientbestandsservice toe te voegen op elk knooppunt waarop de coördinatieservice wordt uitgevoerd.

Opmerking: deze bewerking omvat stappen die u mogelijk moet uitvoeren via de TSM-opdrachtregel. Om de TSM-CLI te kunnen gebruiken, hebt u beheerdersrechten nodig voor de opdrachtregel op een van de knooppunten in uw installatie en TSM-beheerdersreferenties om TSM-opdrachten uit te voeren.

  1. Open op het eerste knooppunt een opdrachtprompt als beheerder.

  2. Zoek de knooppunt-ID voor het knooppunt waaraan u de clientbestandsservice wilt toevoegen:

    tsm topology list-nodes -v

  3. Voeg de clientbestandsservice aan het knooppunt toe door het knooppunt, het proces en één instantie op te geven.

    Met deze opdracht voegt u bijvoorbeeld twee instanties van de clientbestandsservice aan node2 (knooppunt2) toe:

    tsm topology set-process -n node2 -pr clientfileservice -c 1

    Als u probeert een instantie van de clientbestandsservice toe te voegen aan een knooppunt dat al is geconfigureerd met de clientbestandsservice, wordt u via een foutmelding geïnformeerd dat er al een instantie op het knooppunt aanwezig is.

    Om de clientbestandsservice aan meer knooppunten toe te voegen, herhaalt u deze stap voor elk knooppunt.

  4. Pas de wijzigingen toe:

    tsm pending-changes apply

Stap 8: configureer processen voor knooppunt 2

  1. Stel op het eerste knooppunt de topologie voor knooppunt 2 in. In de topologie geeft u op welke processen op het knooppunt moeten worden uitgevoerd en hoeveel instanties van elk proces moeten worden uitgevoerd. Zie Knooppunten configureren voor meer informatie over het configureren van knooppunten. De data-engine wordt automatisch toegevoegd wanneer u andere processen toevoegt. Zie Tableau Server-processen om te lezen wanneer de data-engine wordt toegevoegd.

    1. Haal de knooppunt-ID voor het nieuwe knooppunt op: tsm topology list-nodes -v
    2. Geef afzonderlijke processen op die op het nieuwe knooppunt worden uitgevoerd:

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr gateway -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr vizqlserver -c 2

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr vizportal -c 2

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr backgrounder -c 2

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr cacheserver -c 2

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr indexandsearchserver -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr dataserver -c 2

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr filestore -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr pgsql -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr metrics -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr activemqserver -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr tdsservice -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr contentexploration -c 1

      tsm topology set-process -n <node-id> -pr collections -c 1

  2. Pas de wijzigingen in de knooppuntconfiguratie toe. U krijgt een bericht dat Tableau Server opnieuw zal worden gestart.

    tsm pending-changes apply

Stap 9: configureer processen voor knooppunt 3

Stel op het eerste knooppunt de topologie voor knooppunt 3 in. In de topologie geeft u op welke processen op het knooppunt moeten worden uitgevoerd en hoeveel instanties van elk proces moeten worden uitgevoerd. De data-engine wordt automatisch toegevoegd wanneer u andere processen toevoegt. Zie Tableau Server-processen om te lezen wanneer de data-engine wordt toegevoegd.

  1. Haal de knooppunt-ID voor het nieuwe knooppunt op:

    tsm topology list-nodes -v

  2. Geef afzonderlijke processen op die op het nieuwe knooppunt worden uitgevoerd:

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr gateway -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr vizqlserver -c 2

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr vizportal -c 2

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr backgrounder -c 2

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr cacheserver -c 2

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr indexandsearchserver -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr dataserver -c 2

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr filestore -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr metrics -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr tdsservice -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr contentexploration -c 1

    tsm topology set-process -n <node-id> -pr collections -c 1

  3. Pas de knooppuntconfiguratie toe. U krijgt een bericht dat Tableau Server opnieuw zal starten.

    tsm pending-changes apply
  4. Start de server op:

    tsm start

Stap 10: configureer firewallregels (optioneel)

Als u een lokale firewall gebruikt, moet u firewallregels configureren voor alle knooppunten in het cluster. Zie Lokale firewall configureren voor meer informatie.

Een loadbalancer toevoegen

Op dit moment hebben alle drie de knooppunten gateways, die worden gebruikt om aanvragen naar beschikbare serverprocessen door te sturen. Alle gateways zijn actief, maar om de kans op downtime in het cluster verder te verkleinen, kunt u een loadbalancer configureren. Zie Een loadbalancer toevoegen voor meer informatie.

Bedankt voor uw feedback.De feedback is verzonden. Dank u wel.