De verhaalwerkruimte
Als u aan een verhaal werkt, kunt u de volgende bedieningselementen, elementen en functies gebruiken.
A. Opties voor het toevoegen van een nieuw verhaalpunt: kies Leeg om een nieuw punt toe te voegen of Dupliceren om het huidige verhaalpunt te gebruiken als startpunt voor uw volgende punt.
B. Het deelvenster Verhaal: gebruik dit deelvenster om dashboards, sheets en tekstbeschrijvingen naar uw verhaalblad te slepen. Hier stelt u ook het formaat van uw verhaal in en kunt u de titel weergeven of verbergen.
C. Het deelvenster Lay-out: hier kiest u de navigatiestijl en kunt u de pijlen vooruit en achteruit weergeven of verbergen.
D. Het menu Verhaal: gebruik dit menu in Tableau Desktop om het verhaal op te maken of het huidige verhaalpunt te kopiëren of te exporteren als afbeelding. U kunt hier het hele verhaal ook wissen of de navigator en de verhaaltitel weergeven of verbergen.
E. De werkbalk Verhaal: deze werkbalk verschijnt wanneer u de cursor over het navigatiegebied beweegt. Hiermee kunt u wijzigingen ongedaan maken, updates toepassen op een verhaalpunt, een verhaalpunt verwijderen of een nieuw verhaalpunt maken op basis van het huidige, aangepaste verhaalpunt.
F. De navigator: met de navigator kunt u uw verhaalpunten bewerken en ordenen. Het is ook de manier waarop uw doelgroep uw verhaal leest. U kunt de stijl van de navigator wijzigen via het deelvenster Lay-out.
Zie Een verhaal maken voor meer informatie over deze opties.