Data uit databronnen filteren
U kunt filters op een databron maken en zo de hoeveelheid data in de databron beperken.
Databronfilters kunnen handig zijn om te beperken welke data gebruikers kunnen zien wanneer u een werkmap of databron publiceert. Wanneer u een databron publiceert naar Tableau Cloud of Tableau Server, worden de databron en alle relevante bestanden of extracten verplaatst naar de Server- of Cloud-site. Als u een databron publiceert, kunt u machtigingen voor de data instellen, bijvoorbeeld wie de data mag zien, er verbinding mee mag maken, ze mag downloaden of gebruiken om analyses te maken.
Gebruikers die analyses maken op basis van de gepubliceerde databron, kunnen de databronfilters die zijn gebruikt om die gepubliceerde databron te maken niet zien of wijzigen. Wel worden die filters toegepast op alle data waarop ze query's uitvoeren. Dit is een geweldige manier om een beperkte subset van uw data aan te bieden, bijvoorbeeld door dimensies te filteren voor specifieke gebruikers en groepen, of door databronfilters te definiëren op basis van een vast of relatief datumbereik. Dit is vaak nuttig voor databeveiliging en biedt u ook de mogelijkheid om dataprestaties te beheren. Voor systemen die sterk afhankelijk zijn van partitionering of indexering, kunnen databronfilters enorme controle bieden over de prestaties van query's die door Tableau worden uitgevoerd.
Typen databronfilters
Databronfilters
Er zijn twee soorten databronfilters: alomtegenwoordige filters en filters per tabel. Vóór versie 2025.1 filtert een databronfilter de tabel waarop het is toegepast. Die filtering wordt vervolgens doorgevoerd in alle gerelateerde tabellen. In feite wordt het filter toegepast op de volledige structuur van gerelateerde tabellen. Met behulp van de instelling Scope kunt u bepalen hoe breed het filter wordt toegepast. Kies <Tabel> en alle gerelateerde tabellen om het standaardgedrag te behouden, dus het filteren van alle gerelateerde data. Als u de scope instelt op één tabel, wordt er een filter per tabel gemaakt dat alleen die specifieke tabel filtert. Dit wordt ook wel een logische-tabelfilter genoemd. Het gebruik van een logische-tabelfilter is vergelijkbaar met het filteren van de tabel voordat u deze koppelt aan de overige tabellen in de databron. Door scoping van het databronfilter naar een logische tabel hoeft u geen aangepaste SQL te gebruiken om een filter tot één tabel te beperken.
Extractfilters
Er kan een extra filter worden ingesteld op databronnen die geëxtraheerd zijn in plaats van live. Extractfilters beperken hoeveel data er in het extract worden opgenomen. Of een extractfilter per tabel of alomtegenwoordig is, hangt af van de structuur van het datamodel.
- Als de databron één basistabel bevat, zijn extractfilters alomtegenwoordig. Dit is het historische gedrag van extractfilters.
- Als het datamodel meerdere basistabellen bevat en gebruikmaakt van relaties op basis van meerdere feitentabellen, worden extractfilters noodzakelijkerwijs maar op één tabel toegepast als logische-tabelfilters. Dit is de standaardinstelling voor relaties op basis van meerdere feitentabellen.
Als u een extract maakt van een databron waarvoor al databronfilters zijn ingesteld, worden deze bestaande filters automatisch aanbevolen als extractfilters en worden ze weergegeven in het dialoogvenster Extraheren. Deze aanbevolen filters hoeven niet per se in de lijst Extractfilters te staan en kunnen veilig worden verwijderd zonder de bestaande set databronfilters te wijzigen.
Een databronfilter maken
- Het filter toevoegen:
- Op de pagina Databron: selecteer Toevoegen in de sectie Filters in de rechterbovenhoek van de pagina.
- Vanuit de ontwerpomgeving: klik met de rechtermuisknop (op een Mac: houd Control ingedrukt en klik) op de databron bovenaan het deelvenster Data om het contextmenu te openen en kies vervolgens Databronfilters bewerken….
Ongeacht of u vanaf de pagina Databron of vanaf een werkblad begint, verschijnt het dialoogvenster Databronfilter bewerken, waarin alle bestaande databronfilters worden vermeld.
- Op de pagina Databron: selecteer Toevoegen in de sectie Filters in de rechterbovenhoek van de pagina.
- Selecteer Toevoegen om een dialoogvenster Filter toevoegen te openen met een lijst van alle velden in de databron, genest in hun logische tabellen.
- Selecteer een veld dat u wilt filteren. Geef vervolgens op hoe het veld moet worden gefilterd, net zoals u dat zou doen voor een veld in de container Filters. Selecteer vervolgens OK.
- De scope instellen:
- Tabelnaam om alleen de actieve tabel te filteren. Deze scope maakt van het filter een logische-tabelfilter dat geen invloed heeft op de hele databron.
- Tabelnaam en gerelateerde tabellen om de actieve tabel en alle tabellen waaraan deze gerelateerd is te filteren. Dit is hetzelfde alomtegenwoordige filtergedrag als in eerdere versies.
Herhaal dit proces om een extra databronfilter toe te voegen.
In sommige situaties kan er een filter aanwezig zijn dat niet kan worden beperkt tot één logische-tabelfilter. Dit kan gebeuren wanneer het filter wordt gemaakt voor een berekend veld dat verwijst naar velden uit meerdere tabellen, of als het filter verwijst naar een veld uit een andere tabel. Filteren onder deze voorwaarden moet gelden voor de tabel en gerelateerde tabellen, en niet beperkt blijven tot één logische tabel.
Algemene filters en databronfilters
Wanneer u een databronfilter maakt, worden alle algemene filters die die databron gebruiken automatisch weergegeven in het dialoogvenster Databronfilters bewerken.
In Tableau Desktop kunt u een algemeen filter bevorderen tot databronfilter. Om het algemene filter te bevorderen tot databronfilter, klikt u op OK.
Als u een algemeen filter bevordert tot databronfilter in Tableau Desktop, is dat algemene filter niet langer zichtbaar in de werkbladen van de werkmap (omdat het een databronfilter wordt).
Belangrijk: Houd er rekening mee dat u geen algemeen filter hoeft te selecteren in het dialoogvenster Databronfilters bewerken om het te bevorderen. Wanneer u klikt op OK, worden alle algemene filters in de lijst bevorderd.
Om te voorkomen dat een algemeen filter wordt bevorderd tot een databronfilter, selecteert u het algemene filter in het dialoogvenster Databronfilters bewerken en klikt u op Verwijderen.