Microsoft SQL Server
In dit artikel wordt beschreven hoe u Tableau verbindt met een Microsoft SQL Server-database en de databron instelt.
Opmerking: gebruik de Microsoft SQL Server-connector om verbinding te maken met Microsoft SQL Server Parallel Data Warehouse (PDW), Microsoft Azure Synapse Analytics (voorheen Azure SQL Data Warehouse) of Microsoft Azure SQL-database.
Voordat u begint
Verzamel de volgende verbindingsinformatie voordat u begint:
- Naam van de server waarmee u verbinding wilt maken
- (Optioneel) Poortnummer als u verbinding wilt maken met een niet-standaardpoort
- (Optioneel) Databasenaam als u verbinding wilt maken met een opgenomen database
- Verificatiemethode: Windows-verificatie of gebruikersnaam en wachtwoord
- Maakt u verbinding met een SSL-server?
- Wilt u het isolatieniveau van de database instellen om niet-vastgelegde data te lezen?
- (Optioneel) Initiële SQL-statement die elke keer wordt uitgevoerd wanneer Tableau verbinding maakt
Stuurprogramma vereist
Voor deze connectors is een stuurprogramma vereist om met de database te communiceren. Als het stuurprogramma niet op uw computer is geïnstalleerd, geeft Tableau in het verbindingsdialoogvenster een bericht weer met een koppeling naar de pagina Stuurprogramma downloaden(Link wordt in een nieuw venster geopend), waar u stuurprogrammalinks en installatie-instructies kunt vinden.
De verbinding maken en de databron instellen
Start Tableau en selecteer onder Verbinding maken de optie Microsoft SQL Server. Voor een volledige lijst met dataverbindingen selecteert u Meer onder Naar een server. Voer vervolgens het volgende uit:
Voer de naam in van de server waarmee u verbinding wilt maken.
Om verbinding te maken met een niet-standaardpoort, gebruikt u de opmaak
<server name>, <port number>bij het invoeren van de servernaam. Bijvoorbeeld:ExampleServer, 8055.(Optioneel) Voer een databasenaam in als u verbinding wilt maken met een opgenomen database.
Selecteer hoe u zich bij de server wilt aanmelden. Geef op of u Windows-verificatie of een specifieke gebruikersnaam en wachtwoord wilt gebruiken. Als de server met een wachtwoord is beveiligd en u zich niet in een Kerberos-omgeving bevindt, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren.
Selecteer het selectievakje SSL vereisen wanneer u verbinding maakt met een SSL-server.
Geef aan of u kiest voor Niet-vastgelegde data lezen. Met deze optie kan Tableau worden uitgevoerd op het isolatieniveau 'read-uncommitted'. Lange query's van andere transacties, waaronder extractvernieuwingen, kunnen de database blokkeren en de transacties van Tableau vertragen. Selecteer deze optie om toe te staan dat query's rijen lezen die door andere transacties zijn gewijzigd, zelfs als deze nog niet zijn vastgelegd. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, gebruikt Tableau het standaardisolatieniveau dat door de database is opgegeven.
Selecteer Initiële SQL om een SQL-opdracht op te geven die aan het begin van elke verbinding moet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld wanneer u de werkmap opent, een extract vernieuwt, zich aanmeldt bij Tableau Server of naar Tableau Server publiceert (optioneel). Zie Initiële SQL uitvoeren voor meer informatie.
Selecteer Aanmelden.
Als Tableau de verbinding niet tot stand kan brengen, controleer dan of uw referenties kloppen. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, heeft uw computer problemen met het lokaliseren van de server. Neem contact op met uw netwerk- of databasebeheerder voor hulp.
Op de pagina Databron doet u het volgende:
(Optioneel) Selecteer de standaard databronnaam boven aan de pagina en voer vervolgens een unieke databronnaam in voor gebruik in Tableau. Gebruik bijvoorbeeld een naamgevingsconventie voor databronnen waarmee andere gebruikers van de databron kunnen bepalen met welke databron ze verbinding moeten maken.
Selecteer vanuit de vervolgkeuzelijst Database een database of gebruik het tekstvak om op naam naar een database te zoeken.
Selecteer onder Tabel een tabel of gebruik het tekstvak om op naam naar een tabel te zoeken.
U kunt ook een opgeslagen procedure in de database opgeven. Zie Een opgeslagen procedure gebruiken voor meer informatie over opgeslagen procedures, inclusief een lijst met beperkingen die specifiek zijn voor SQL Server-databases.
Sleep de tabel of opgeslagen procedure naar het canvas en selecteer vervolgens het tabblad Blad om uw analyse te starten.
Gebruik aangepaste SQL om verbinding te maken met een specifieke query in plaats van met de hele databron. Zie Verbinding maken met een aangepaste SQL-query voor meer informatie.U kunt ook aangepaste SQL gebruiken om geavanceerde ruimtelijke analyses uit te voeren op ruimtelijke kolommen in Microsoft SQL Server. Zie Aangepaste SQL en RAWSQL gebruiken om geavanceerde ruimtelijke analyses uit te voeren voor meer informatie.
Opmerking: Tableau Desktop ondersteunt het datatype Microsoft SQL Server TIME niet. Velden van dit datatype worden niet geïmporteerd en worden niet in Tableau Desktop weergegeven. Als deze zijn opgenomen in opgeslagen procedures, worden de velden van het datatype TIME niet weergegeven in Tableau Desktop. Zie Een opgeslagen procedure gebruiken voor meer informatie.
Aanmelden op een Mac
Als u Tableau Desktop op een Mac gebruikt, moet u bij het invoeren van de servernaam om verbinding te maken een volledig gekwalificeerde domeinnaam gebruiken, zoals mydb.test.ourdomain.lan, in plaats van een relatieve domeinnaam, zoals mydb of mydb.test.
U kunt het domein ook toevoegen aan de lijst met zoekdomeinen voor de Mac-computer. Wanneer u dan verbinding maakt, hoeft u alleen de servernaam op te geven. Als u de lijst met zoekdomeinen wilt bijwerken, gaat u naar Systeemvoorkeuren > Netwerk > Geavanceerd en opent u het tabblad DNS.
Verbinding maken met clusters met hoge beschikbaarheid
Wanneer u verbinding maakt met een SQL-server die deel uitmaakt van een cluster met hoge beschikbaarheid, kan het nuttig zijn om uw verbinding aan te passen zodat u de parameter MultiSubnetFailover kunt gebruiken. Als een verbinding verloren gaat, kunt u met deze parameter de verbinding sneller herstellen. Hiermee wordt namelijk geprobeerd om verbinding te maken met alle opgegeven IP-adressen voor de server totdat er een verbinding is gemaakt.
U maakt eerst een TDC-bestand (of u werkt uw bestaande TDC-bestand bij) om de verbindingsreeks en de gebruikte ODBC-extras-aanpassingen op maat te maken. U moet de volgende aanpassing opnemen:
<customization name='odbc-connect-string-extras' value='MultiSubnetFailover=yes;' />
Zie De verbindingsreeks voor een systeemeigen connector aanpassen en Een verbinding aanpassen en afstemmen voor meer informatie over het configureren van deze optie voor uw SQL Server-verbinding.
Zie SQL Server-ondersteuning voor hoge beschikbaarheid en noodherstel voor meer informatie over het optimaliseren van uw verbinding met clusters met hoge beschikbaarheid.
Opmerking: Bij het gebruik van ODBC-extras-aanpassingen op Tableau Server moeten de parameters (in dit geval MultiSubnetFailover) worden toegevoegd aan de ODBC-extras-toelatingslijst. Zie De verbindingsreeks voor een systeemeigen connector aanpassen voor instructies. Tableau Cloud ondersteunt deze eigenschap van het stuurprogramma al als u een werkmap publiceert die een TDC van Tableau Desktop bevat.
Het foutbericht 'Werkblad niet beschikbaar' oplossen
Wanneer u een werkmap opent, ziet u mogelijk de foutmelding 'Werkblad niet beschikbaar'. Wanneer u vervolgens Verbinding bewerken selecteert, wordt u gevraagd uw aanmeldreferenties op te geven. Deze fout treedt meestal op bij een van de twee volgende omstandigheden:
U hebt geen toegang tot een dataverbinding die in de werkmap wordt gebruikt.
Uw aanmeldreferenties zijn ongeldig, bijvoorbeeld omdat uw wachtwoord is verlopen.
Om dit probleem op te lossen, controleert u of uw aanmeldreferenties juist zijn. Als dat het geval is, neem dan contact op met de Tableau-beheerder om toegang tot de dataverbinding te verzoeken.
Zie ook
- Databronnen instellen – Voeg meer data toe aan deze databron of bereid de data voor voordat u deze analyseert.
- Diagrammen maken en data analyseren – Begin met de data-analyse.