De werkruimte opnieuw ordenen
Elk werkblad bevat verschillende kaarten, containers, legenda's, enzovoort. U kunt de werkruimte opnieuw ordenen door kaarten te herschikken, specifieke delen van de werkruimte te verbergen en te tonen, en alles behalve de weergave te verbergen met behulp van de presentatiemodus.
Kaarten herschikken
Een werkblad bevat verschillende kaarten met containers, legenda's en andere bedieningselementen. U kunt elke kaart herschikken om een aangepaste werkruimte te creëren. Om een kaart te verplaatsen, plaatst u de cursor op het titelgebied van de kaart die u wilt verplaatsen. Wanneer de cursor verandert in het verplaatsingssymbool , klikt en sleept u de kaart naar een nieuwe positie. Terwijl u de kaart over het werkblad sleept, worden de mogelijke posities ervan geaccentueerd met een zwarte balk.
U kunt de werkbladvensters herstellen naar hun standaardstatus door Kaarten opnieuw instellen te selecteren op de werkbalk Kaarten tonen/verbergen.
Delen van de werkruimte tonen en verbergen
Vrijwel alles in de werkruimte kan worden in- en uitgeschakeld, zodat u voorkomt dat het werkblad onoverzichtelijk wordt door onnodige kaarten, containers, etc.
Om de werkbalk of statusbalk te tonen of te verbergen, selecteert u Venster en vervolgens wat u wilt verbergen.
Om het venster aan de linkerkant te tonen of te verbergen, wat het deelvenster Data (voor werkbladen), het deelvenster Dashboard (voor dashboards) of het deelvenster Dashboards en bladen (voor verhalen) is, klikt u op de knop Minimaliseren in de rechterbovenhoek van het deelvenster. Het deelvenster wordt geminimaliseerd en bevindt zich in de linkerbenedenhoek van de werkmap. Klik nogmaals op dezelfde knop om het deelvenster te herstellen.
Om een kaart te tonen of te verbergen, klikt u op Kaarten tonen/verbergen op de werkbalk en vervolgens selecteert u de kaart die u wilt tonen of verbergen.
U kunt de werkbladvensters herstellen naar hun standaardstatus door Kaarten opnieuw instellen te selecteren op de werkbalk Kaarten tonen/verbergen.
Presentatiemodus
Soms wilt u Tableau gebruiken om uw bevindingen te presenteren. In plaats van elke kaart of container afzonderlijk te verbergen, kunt u overschakelen naar de presentatiemodus. In de presentatiemodus wordt alles op het blad verborgen, behalve de weergave en de bijbehorende legenda's, filterkaarten, parameterbesturingselementen en werkbladtabbladen.
- Om van en naar de presentatiemodus te gaan, klikt u op de knop Presentatiemodus op de werkbalk of selecteert u Venster > Presentatiemodus.
Met de besturingselementen voor de presentatiemodus in de rechterbenedenhoek kunt u onder andere tussen bladen schakelen. Hieronder worden alle besturingselementen voor de presentatiemodus beschreven.
Filmstrip weergeven: toont de bladen als miniaturen onderaan de werkruimte. | |
Tabbladen weergeven: toont de bladtabbladen onderaan de werkruimte. | |
Vorig/Volgende blad: hiermee gaat u vooruit of achteruit door de bladen in een werkmap. | |
Volledig scherm openen/afsluiten: hiermee schakelt u tussen het uitvouwen van de werkmap zodat deze het hele scherm vult en het weergeven ervan in een venster. | |
Presentatiemodus afsluiten: hiermee wordt de werkmap weer weergegeven met de volledige werkruimte, inclusief de menu's, de werkbalk en het deelvenster Data. |